top of page
Zoeken

#22 Nalatenschap van fotografen | discussie

Fotoboeken van Piet den Blanken. foto Hetty de Groot

Wie zorgt er voor jouw foto’s als jij er niet meer bent? Dat was de centrale vraag bij de discussiemiddag over de nalatenschap van fotografen die Pennings Foundation organiseerde op zaterdag 23 november 2019.


Directe aanleiding was de expositie van Pierre Segers (1935-2016) die te zien is bij Pennings Foundation en die vrienden van hem, Jo Brunenberg en Ton Huijbers, na zijn dood organiseerden. Ook maakten zij een boek en een film (zie blog #21). Brunenberg en Huijbers werden als sprekers uitgenodigd voor de discussiemiddag. Andere sprekers waren Emy Thorissen, conservator van de Brabant-Collectie; Tjabine Guntlisbergen, erfgename van het fotoarchief van Harry Guntlisbergen; Piet den Blanken, fotograaf, die op termijn zijn fotoarchief overdraagt aan de Brabant-Collectie; en Peter van den Doel van Stichting 1000 foto’s. Een verslag van de middag.


Ton Huijbers en Jo Brunenberg na hun verhaal over de nalatenschap van Pierre Segers. Links de blogger. foto Hetty de Groot

Pierre Segers

Temidden van de expositie van Pierre Segers vertelden Jo Brunenberg en Ton Huijbers hun verhaal. Jo kwam in contact met Pierre Segers op een expositie. Ze raakten bevriend, gingen regelmatig samen naar fototentoonstellingen en maakten ook samen fotoreizen. Ton leerde Pierre Segers kennen via fotoclub Spectrum in Roermond. Ook hij maakte met Segers fotoreizen, vooral naar Frankrijk (zie blog #4). “Ik heb veel van hem geleerd. Ik heb beter leren kijken. Pierre koos eenvoudige onderwerpen, zoals landschappen en mensen.” Jo vult aan: “Hij leerde je kijken naar het bijzondere in het schijnbaar alledaagse.”


In het dagelijks leven was Pierre Segers magazijnbeheerder bij Philips. In zijn vrije tijd fotografeerde hij. Hij toonde veel belangstelling voor de fotografie van anderen. Over zijn eigen werk was hij bescheiden. “Zijn werk was niet spectaculair of vernieuwend, maar bijzonder is dat hij een goed tijdsbeeld gaf, van mensen in zuid- en oost-Europa. Maar ook experimenteerde hij met mannelijk naakt in de fotografie, na het zien van een expositie van Robert Mapplethorpe. We hebben dit hele project ondernomen omdat we wilden voorkomen dat het kwalitatief hoogstaande werk van Pierre Segers verloren zou gaan.”


Pierre Segers woonde in bij het gezin van zijn zus. Voor zijn overlijden heeft hij tegen zijn naaste familie gezegd dat zijn foto’s naar Jo zouden gaan. “Dat heb ik als een grote verantwoordelijkheid ervaren. We hebben een expositie gemaakt in galerie StonePhoto van George Meijers in Stein en een boek uitgegeven. Pierre Segers had zelf al een selectie van zijn werk gemaakt. In feite was het in passe-partouts gezette zwart-wit werk zijn belangrijkste werk. De expositie en het boek kregen veel aandacht in de pers.” Jo heeft toen het Gemeentemuseum in Weert benaderd en zij wilden het fotoarchief van Pierre Segers overnemen. “Zo’n expositie met boek en de publiciteit hebben daar wel bij geholpen.”


Emy Thorissen vertelt over de fotoarchieven van de Brabant-Collectie. foto Hetty de Groot

Brabant-Collectie

Emy Thorissen is conservator van de Brabant-Collectie, een wetenschappelijke collectie met diverse verzamelgebieden. Het is voortgekomen uit het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, waarbij de kunstwerken naar Het Noordbrabants Museum zijn gegaan en de werken op papier als Brabant-Collectie zijn ondergebracht bij de bibliotheek van Tilburg University. “De Brabant-Collectie is als erfgoedinstelling uniek, een vreemde eend in de bijt tussen de stadsarchieven en provinciale archieven.”


De Brabant-Collectie heeft nu 9 fotoarchieven in beheer, van Jan Bijnen, Nard Vogels, Martien Coppens, Gaston Remery, Rees Diepen, Gerardus van Mol, Noud Aartsen, Harry Guntlisbergen en Frans Kuit. Allemaal fotografen die in Brabant hebben gewoond en gewerkt, gesorteerd op geboortejaar. Daarnaast beheert de Brabant-Collectie kleinere fotocollecties van Bart Gijsbers, Jan van Giersbergen en Jan de Laat.


“De meeste fotoarchieven komen als schenking binnen. Het archief van Martien Coppens is een bruikleen en dat van Gerardus van Mol een legaat. We hebben slechts een klein budget waarmee we kleine aankopen kunnen doen, zoals prentbriefkaarten van Jan Bijnen.”


“Het liefst hebben we dat bij overdrachten ook het auteursrecht na overlijden van de fotograaf bij ons komt te liggen.” (Bij Martien Coppens ligt het auteursrecht bij de familie. Dat werkt vertragend als er foto’s worden aangevraagd voor exposities en publicaties. IvB)


“We nemen zowel fotoarchieven aan van professionele fotografen als van amateurfotografen, uit het verleden en het heden. Bij het selecteren hanteren we een aantal criteria. Het moet van historisch documentair belang zijn. Het moet fotografische kwaliteit hebben. Bij voorkeur ontvangen we het hele archief. En bij voorkeur moet het betrekking hebben op Brabant.” Emy Thorissen geeft toe dat het selecteren voor een deel subjectief is.


De thema’s die aan bod komen in de fotoarchieven zijn: portretten, nieuwsfoto’s, reportages, landschap en natuur, de mens en zijn leefomgeving, het rijke Roomse leven, dorps- en stadsgezichten, industrie, beroepen en ambachten, gilden, sport.


Zodra een fotoarchief binnenkomt gaat het een vast traject in met als doel de collectie toegankelijk te maken. Het archief wordt geregistreerd, gedigitaliseerd en geconserveerd. Foto’s worden geïnventariseerd. De beelden worden gedigitaliseerd, lage resoluties verschijnen op de beeldbank, hoge resoluties worden gebruik voor exposities en publicaties. De beeldbank wordt gemoderniseerd zodat inzoomen mogelijk gaat worden. De materialen worden droog gereinigd, zuurvrij verpakt en in een geconditioneerd depot (op 17 - 18 graden) bewaard.


Op de vraag of ze een verlanglijstje heeft, antwoordt ze: “We hebben veel zwart-witfoto’s en nog weinig kleurenfoto’s. Hedendaagse fotografen werken veel in kleur, maar we hebben nog geen depot om kleurenfotografie te bewaren. Kleurenfotografie wordt bij veel lagere temperaturen bewaard dan zwart-wit fotografie.”


“Het laatste fotoarchief dat is overgedragen aan de Brabant-Collectie is van Harry Guntlisbergen. Dat was een goed geordend archief. Maar hij was dan ook boekhouder van beroep. Niet alle archieven komen zo geordend binnen.”


Tjabine Guntlisbergen zette zich in voor het fotoarchief van haar vader, Harry Guntlisbergen. foto Hetty de Groot

De erfgenaam

Tjabine Guntlisbergen vertelt de andere kant van het verhaal. Haar vader, Harry Guntlisbergen was een verwoed amateurfotograaf die het landschap en de dorpsgezichten vastlegde voordat het zou verdwijnen. Kort voor zijn overlijden, in 2001, zei hij: “De eerste 40 jaar niets met mijn foto’s doen.”


“Ik was voorheen niet zo geïnteresseerd in zijn foto’s. De negatieven en foto’s zouden naar mijn broer gaan die in Zwitserland woont. Alles lag op zolder. Ik heb de albums ingekeken. Alles was netjes geordend. Het werk leek sterk op dat van Martien Coppens.” Toen ze zich er eenmaal in ging verdiepen werd ze enthousiast en raakte ze er steeds meer van overtuigd dat ze iets met deze foto’s moest gaan doen.


Hans Zoete wees haar op een Martien Coppensdag. Daar is ze in contact gekomen met Emy Thorissen, die bevestigde dat het interessant werk was.

Haar broer wilde het fotoarchief aanvankelijk niet afstaan, haar moeder wel. Na jaren ging de knop om, en besefte ook haar broer dat de collectie het beste ondergebracht kon worden bij de Brabant-Collectie. De Brabant-Collectie heeft rustig afgewacht. “Je hebt met emoties te maken bij een overdracht”, weet Emy Thorissen. Er was wel jaarlijks contact.


Augustus 2019 vond de overdracht plaats, in aanwezigheid van familie en vrienden. Het is een geordend archief, wat heel handig is voor het toegankelijk maken en beheren. “We hebben weinig middelen”, vertelt Thorissen, “daarom is het heel fijn als een archief al geordend is.”


Op de vraag of het haar rust heeft gegeven, kan Tjabine alleen maar volmondig ja zeggen. “Ik voelde het als een grote verantwoordelijkheid. Het voelde als een missie. Na de overdracht viel er een last van mij af.”


Piet den Blanken:"Ik wil dat mijn foto’s langer meegaan dan de krant van morgen.” foto Hetty de Groot

De fotograaf

Het fotoarchief van Piet den Blanken (1951) wordt op termijn overgedragen aan de Brabant-Collectie.

Den Blanken kende Frank van der Maden al, de voorganger van Emy Thorissen, en hij toonde al belangstelling voor de foto’s van Piet.


Piet den Blanken was begonnen als fotolaborant in de doka van het Brabants Dagblad in Den Bosch. Later kreeg hij opdrachten voor het maken van foto’s. Hij heeft altijd als freelancer gewerkt. Hij is fotojournalist en documentair fotograaf. Hij werkte voor kranten en aan eigen projecten en dat had een wisselwerking tot gevolg. Vanuit eigen projecten kreeg hij opdrachten voor kranten en uit zijn werk voor de krant zijn weer eigen projecten voortgekomen. Hij heeft de goede tijden van de krant meegemaakt, jaren waarin fotografen op pad gestuurd werden voor een reportage. Ter gelegenheid van het feit dat 500 jaar geleden Zuid-Amerika was ontdekt kreeg hij opdrachten vanwege zijn eigen projecten in Latijns-Amerika.


“Al in het begin heb ik gezegd: Ik wil dat mijn foto’s langer meegaan dan de krant van morgen.” En dus heeft hij zijn foto’s altijd goed gedocumenteerd, zodat hij alles terug kan vinden, mocht er vraag naar zijn.


“Mijn archief is anders dan de andere archieven in de Brabant-Collectie, omdat ik alleen negatieven heb. De prints gingen immers naar de opdrachtgevers, dus naar de kranten. Het stadsarchief in Breda heeft wel prints van mij.” “En een deel is digitaal”, vult Thorissen aan.


“Ik heb ook veel Brabantse onderwerpen gedaan. Een mooi voorbeeld is ‘mijn kleuterklas’. Mensen uit mijn kleuterklas heb ik op 50-jarige leeftijd een dag gevolgd. Dat is een sociologisch portret geworden van een generatie uit de jaren vijftig.”


(Piet den Blanken is ook al jaren vaste fotograaf bij Brabant Cultureel, waarvoor hij o.a. de atelierbezoeken bij kunstenaars fotografeert. Ivb)


Piet den Blanken fotografeert nog steeds, maar is ook druk bezig met het ordenen van zijn archief. “Ik heb een zoon en die wil ik daar niet mee belasten.”

“Een archief moet je in anderhalve minuut per dag kunnen bijhouden. Dat wil zeggen dat je foto’s voorziet van beschrijvingen. Ik heb alle foto’s in een lage resolutie in een database gezet en verwijs naar contactvellen. Het moet nog wel worden geïnventariseerd.”


“Voor mijn vijftigste verjaardag heb ik al eens een selectie gemaakt voor een overzichtsexpositie. Maar ik zou nu een andere selectie maken met andere onderwerpen.”

Emy Thorissen vertelt dat ze Rees Diepen op haar tachtigste verjaardag vroeg: “Wat vind je nu zelf je beste foto’s? Ze vertelde dat ze op enkele foto’s was uitgekeken omdat ze bekend waren.” Maar Eduard de Kam, een van de initiatiefnemers van Stichting 1000 foto’s, zegt dat hij nu dezelfde selectie zou maken als vroeger.”


Peter van den Doel voordat hij het publiek vertelt over zijn initiatief Stichting 1000 foto's. foto Hetty de Groot

Stichting 1000 foto’s

Stichting 1000 foto’s is een digitaal archief waar beroepsfotografen foto’s kunnen plaatsen, tot een maximum van 1000 foto’s. Peter van den Doel, voormalig directeur van Spaarnestad Photo en van DuPho, is de oprichter van de Stichting 1000 foto’s. “Het werk van Nederlandse vakfotografen is het waard om bewaard te worden. Iedereen die tien jaar lang professioneel fotograaf is, dat wil zeggen iedereen die minstens tien jaar fotografisch werk heeft verkocht, kan zich aanmelden. Fotografen moeten wel zelf een selectie maken. Veel fotografen hebben daar moeite mee en hebben er moeite mee zich te houden aan duizend foto’s. Ook willen we dat een fotograaf een goede biografie inlevert.”


“De kosten bedragen eenmalig 250 euro voor opname in de beeldbank en daarna jaarlijks 25 euro. De kosten zijn nodig om de website in de lucht te houden. De foto’s verschijnen in lage resolutie op de beeldbank, maar worden in hoge resolutie bewaard. Onze ambitie is om een beeldbank te hebben met werk van 500 fotografen. Het auteursrecht blijft bij de fotograaf of erfgenamen. De foto’s krijgen een trefwoord mee, waardoor een verdeling in categorieën wordt gemaakt, zoals portretten, landschappen, bruiloften, product fotografie. De foto’s geven een tijdsbeeld. Door de indeling in categorieën is zoeken makkelijker en kunnen de foto’s door derden worden opgevraagd.”


Op de vraag hoe de stichting omgaat met de privacy wetgeving (AVG) antwoordt Van den Doel dat portretten wel voor onderzoek beschikbaar zijn (via de beeldbank), maar niet voor publicatie.


Bij selectie wordt gekeken naar kwaliteit, maar de gekozen foto’s moeten ook representatief zijn voor het werk van de fotograaf. De 1000 foto’s moeten een compleet beeld geven van het oeuvre van de fotograaf, dat betekent gemiddeld zo’n 25 foto’s per jaar uit zijn/haar werkzame leven.

Iedere fotograaf die al minstens tien jaar serieus bezig is kan zich al aanmelden en beginnen met uploaden.


V.l.n.r. Peter van den Doel, George Meijers, Eduard de Kam, op de rug Piet den Blanken, rechts Emy Thorissen. foto Hetty de Groot

Stichting 1000 foto’s neemt alleen ‘waarheidsgetrouwe’ foto’s op, maar Van den Doel nuanceert die opmerking door eraan toe te voegen dat ze ook wel foto’s van autonome fotografen opnemen. Emy Thorissen merkt op dat de Brabant-Collectie dat niet doet.


Er zijn in Nederland een aantal foto-archieven, zoals het Nederlands Fotomuseum, Stadsarchief Amsterdam met het Maria Austria Instituut, en Spaarnestad, ondergebracht bij het Nationaal Archief in Den Haag, maar niet iedereen kan daar terecht. “Wij zijn in het gat gesprongen door de Stichting 1000 foto’s op te richten. We willen een aanvulling zijn op bestaande archieven.”


Emy: “Wie garandeert dat jullie er over tien jaar nog zijn?”

Van den Doel: “Tien jaar gaan we zeker halen, vijftig jaar ook wel. Maar we koppelen onze website wel aan het netwerk van het RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie) en dat willen we ook graag met het NFM bereiken.”


Van den Doel vertelt dat het NIDF (Nederlands Instituut Digitale Fotografie) van Eduard de Kam zo’n 500 tot 800 beelden per dag kan digitaliseren. Op de vraag wat we moeten doen met de negatieven als foto’s eenmaal zijn gedigitaliseerd en ge-upload op de website van 1000 foto’s, antwoord De Kam dat je die kunt weggooien. “Analoge middelen degraderen. Dat geldt zeker voor kleurenfoto’s en kleurendia’s; deze verkleuren. Het Nationaal Archief heeft een depot speciaal voor kleurendia’s. De kleurendia’s worden er bewaard op een temperatuur van -8 graden. Dat kost veel energie.” Een warm pleidooi dus voor het digitaliseren van je foto’s. Maar negatieven en dia’s weggooien? Daar is niet iedereen het mee eens.


Na afloop werd er gezellig nagepraat


Jo Brunenberg in gesprek met Jac. Biemans en Rino Boersma met Tjabine Guntlisbergen. foto Hetty de Groot

Duidelijk is dat het voor autonome fotografen veel moeilijker is om hun werk onder te brengen bij een instelling dan voor documentair fotografen.


Ook aanwezig: fotograaf Pieter Boersma. foto Hetty de Groot

Pieter Boersma benadrukte het belang van fotografie voor het gewone tijdsbeeld. Hij was een van de initiatiefnemers van het Nederlands Fotoarchief (NFA), de voorloper van het Nederlands Fotomuseum. Destijds drong hij er bij het NFA op aan om vooral ook een archief op te nemen van een fotograaf uit bijvoorbeeld Emmen, iemand bruiloften en producten fotografeerde, om het gewone tijdsbeeld te laten zien.


Het publiek bestond voornamelijk uit mensen die zich inspannen voor het behoud van een of meer fotoarchieven: erfgenamen of medewerkers van stichtingen en erfgoedinstellingen. Fotografen, voor wie deze discussiemiddag bedoeld was, waren in de minderheid. Als je nog volop in het leven staat, wil je je niet bezighouden met zoiets als een testament. Maar, stel dat je eerder op die grijze wolk belandt dan gepland, wie kan er dan bij jouw foto’s in de cloud?


Conclusies:

• De discussie werd gevoerd door sprekers en publiek: medewerkers van erfgoedinstellingen, medewerkers van een beeldbank, erfgenamen en fotografen. De situatie werd dus van diverse kanten belicht.

• Er zijn in Nederland een aantal instellingen die fotoarchieven beheren. Maar niet iedere fotograaf kan daar terecht.

• Erfgoedinstellingen zijn alleen geïnteresseerd in fotografie van documentair historische waarde.

• Stichting 1000 foto’s biedt aan fotografen de mogelijkheid een selectie van 1000 foto’s te uploaden op hun website. Ook autonome fotografen zijn welkom.

• Voor autonome fotografen is het moeilijk om een fotoarchief bij een instelling onder te brengen.

• Erfgenamen ervaren het als een belasting als ze worden opgezadeld met de zorg voor een fotoarchief.


• Fotografen kunnen zelf actie ondernemen door hun nalatenschap bij leven al te regelen:

o Documenteer je foto’s (onderwerp, locatie en jaartal)

o Maak een selectie van het belangrijkste werk

o Regel wie er verantwoordelijk wordt voor jouw fotoarchief en zorg dat hij/zij toegang heeft tot de fotobestanden. Denk ook aan inlogcodes.

o Zoek eventueel contact met een erfgoedinstelling.



Info:


Brabant-Collectie:


Fotoarchief Harry Guntlisbergen:


Piet den Blanken:


Stichting 1000 foto’s:


NIDF:






345 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page