Aan het woord: Martin en Inge Riebeek
De Bredase kunstenaars Martin en Inge Riebeek staan dit jaar volop in de belangstelling, omdat ze al 10 jaar werken aan de serie The Essential èn een boek uitgaven onder dezelfde titel. In tien jaar tijd namen ze meer dan 600 videoportretten op in 23 verschillende landen. Eerder dit jaar was hun solo-expositie ‘Save me from this cold’ te zien in Stedelijk Museum Breda. In de solo-expositie bij Pennings Foundation die eind augustus van start ging, ligt het accent op videoportretten van performers. De titel All the World is a Stage verwijst naar een dichtregel van Shakespeare. De expositie is nog tot en met 5 december 2020 te zien.
De centrale vraag die Martin en Inge Riebeek stellen is: ‘Wat is voor jou de essentie van het leven?’ In All the World is a Stage worden in installaties videoportretten met optredens op straat getoond van een dichter, een actrice, een danseres, een zanger, een zangeres en een freakshow artiest. Op de vraag wat hun levensmotto is geven ze een verrassend en vaak filosofisch antwoord.
Volgens de dichter Prince Enoch Afful (Accra) doet lichamelijk perfectie er niet toe in het leven. Zanger Xinping Fu (Shanghai) heeft als boodschap dat wie op zoek gaat naar een hoger doel, vooral eenzaamheid ontmoet. Actrice Karelle Prugnaud (Parijs) verkondigt dat de vrije wil van de mens een illusie is; iedereen heeft zich te houden aan regels en opdrachten. Thomas Nealeigh (Dayton) beweert dat fysieke pijn iets is wat je kunt doorstaan en dat echte pijn de strijd om het bestaan is.
Tijdens de groepsexpositie PREVIEW in 2018 was al de video-installatie Art doesn’t earn money, art only burns money te zien, die het belang van geld in uiteenlopende levens en werelden illustreert. Voor het voetlicht komen onder anderen koffieverkoopster Irina Litvinenko, die zo graag een mooie glimlach zou hebben; de Amerikaanse prepper Malcolm Allred die zich voorbereidt op het einde der tijden. Mirza die opgroeide in kindertehuizen, en nu voor de Indiase spoorwegen passagiers zoekt die van de trein zijn gevallen. Voor elke dode krijgt hij twee dollar. Je hoofd boven water houden; daar draait het om in het leven. Daarom moet de Chinese Man Chui Yan van haar moeder ook een opleiding kiezen die toekomst biedt. In plaats van danseres wordt ze verpleegster. Want: “Art doesn’t earn money, art only burns money.” Maar ze danst nog graag… Haar optreden voor de camera was een voorbode voor de huidige expositie gericht op performers. Daarom wordt de installatie in zijn geheel weer getoond.
Tijdens een rondleiding vroeg een bezoeker waarom deze portretten als videokunst gepresenteerd worden. Het zijn toch documentaire films? Een collega, Carlo Storimans, antwoordde dat bij kunst vorm en inhoud in evenwicht zijn. De inhoud van de films is sterk, maar de vorm waarin het gepresenteerd wordt is ook sterk en bovendien is die vorm consequent doorgevoerd.
Dat de videoportretten sterk de aandacht trekken heeft te maken met het vaste patroon waarin de films zijn opgenomen. De geportretteerde persoon loopt na zijn of haar act naar de camera, noemt naam en de plaats van herkomst, vertelt een persoonlijk verhaal en besluit met wat voor hem of haar de essentie, de zin van het leven is en loopt weer uit beeld. “De film is in één take opgenomen, waardoor het voelt alsof het verhaal rechtstreeks aan jou wordt verteld”, legt Inge Riebeek uit. “Het voelt als een persoonlijke ontmoeting.” Juist deze directheid zorgt ervoor dat bezoekers persoonlijk geraakt worden en menigeen een traantje wegpinkt.
“Het maakt eigenlijk niet uit welke opleiding en achtergrond mensen hebben”, vult Martin Riebeek aan. “Ook de locatie maakt niet uit, kwesties spelen over de hele wereld.”
De persoonlijke verhalen geven een beeld van wat zich op politiek, sociaal en financieel gebied afspeelt in de wereld. Om de snel veranderende wereld beter te begrijpen worden inmiddels ook filosofen, sociologen en wetenschappers geïnterviewd, die vanuit hun eigen vakgebied op de samenleving reflecteren.
Het videoportret van Dirk de Wachter, psychiater te Antwerpen, getuigt daarvan. Zijn verhaal is niet opgenomen in de expositie, maar een neerslag daarvan is wel opgenomen in het boek. Hij vertelt dat hij teveel werk heeft en vraagt zich af hoe in een maatschappij waar we het relatief goed hebben, toch zoveel mensen ongelukkig zijn. Volgens hem hebben mensen te hoge verwachtingen van het leven. Zijn boodschap: het leven zit vol ups en downs, maar het leven is vooral … gewoon. En daar zouden we tevreden mee moeten zijn.
Martin en Inge Riebeek werken sinds 2001 samen. In 2002 realiseerden ze een opdracht voor een gevangenis in Veenhuizen. Voor een video-installatie maakten ze een film van een landschap. Door op een loopband te lopen en tegelijkertijd de film te zien ervaarden de gedetineerden de installatie als een virtuele ontsnapping. Deze installatie was van invloed op het latere werk van het kunstenaarsduo. Bij het filmen van personen moesten ze van tevoren toestemming vragen, waardoor de spontaniteit wegviel. Toen besloten ze eerst in gesprek te gaan met mensen die ze wilden filmen. De gefilmde portretten werden hierdoor inderdaad spontaner. Hieruit is The Essential voortgekomen.
Voor The Essential gingen ze in gesprek met mensen die ze op straat tegenkwamen. Dat leverde tot nu toe ruim 600 bruikbare films op, opgenomen in 23 verschillende landen. Er zijn nu zo’n 1000 films opgenomen. “Bij thuiskomst blijkt ongeveer de helft niet bruikbaar”, vertelt Inge Riebeek, “omdat interviews volgens een vast stramien moeten verlopen. Als er iets ontbreekt of mis gaat, bijvoorbeeld als de geportretteerde zijn of haar naam vergeet te noemen, het land van herkomst vergeet te melden of als de concentratie weg is, is de opname onbruikbaar. Het gebeurt ook dat we iemand tegenkomen die een interessant verhaal heeft, maar dit om de een of andere reden niet op film wil laten vastleggen.”
“Gemiddeld wordt een videoportret vijf à zes keer achter elkaar opgenomen voordat het er goed op staat. Niet vaker, want dan verdwijnt de spontaniteit. Voor performers geldt dat het doorgaans twee à drie keer achter elkaar wordt opgenomen. Als je langer doorgaat, worden ze moe.”
Toch gaan ze voor het vervaardigen van de videoportretten niet samen op stap, vertelt Inge Riebeek. Vanwege de zorg voor twee kinderen gaan ze om de beurt op reis. De laatste jaren werken ze met een vaste cameraman, Tobias Mathijsen. “Als we op reis gaan zijn we bijna een maand weg en werken we van ’s morgens negen uur tot ’s avonds negen uur op straat. We benaderen mensen, maken afspraken, regelen een tolk, voeren gesprekken, filmen, en na afloop checken we de contactgegevens. Degene die op reis is kan zich concentreren op het project. De thuisblijver werkt aan betaalde opdrachten en bekijkt het filmmateriaal. Samen beslissen we welke films bruikbaar zijn en welke niet. Toch kan het gebeuren dat na enige discussie een film als bruikbaar bestempeld wordt, terwijl een van de basiselementen ontbreekt.
Aan de videoportretten is niet te zien of ze zijn vervaardigd door Martin of door Inge. “Maar”, vertelt Inge, “Ik doe meer vrouwenportretten, vooral de portretten waarbij de vrouwen zich kwetsbaar opstellen. Vrouwen vertellen een persoonlijk verhaal, zeker over een traumatische ervaring, nu eenmaal makkelijker aan een vrouw dan aan een man.”
Hun methode trok de aandacht van een hoogleraar psychiatrie, Jim van Os. De videoportretten van psychisch kwetsbare mensen zette hem aan het denken en bracht hem op een idee over een andere manier van werken. Ervaringsdeskundigen gingen met Martin en Inge Riebeek mee op pad en concludeerden dat zij andere vragen stelden dan psychotherapeuten. Het formuleren van wat hen bezig hield en het later terugzien van de film hielp de patiënten vooruit.
Afgelopen zomer verscheen het boek ‘The Essential’. Daarin is een ruime selectie van de interviews opgenomen met kleine portretfoto’s in zwartwit, maar ook met paginavullende kleurenfoto’s die de omgeving laten zien en summier de situatie schetsen. Het boek is uitgebracht door The Eriskay Connection in Breda, en vormgegeven door Rob van Hoesel. Voor het boek interviewde kunsthistorica Anneke van Wolfswinkel niet alleen het kunstenaarsduo maar ook genoemde hoogleraar psychiatrie Jim van Os, Hendrik Driessen, die het werk van hen toonde in Museum De Pont toen hij er directeur was, en Verily Klaassen, die als hoofd kunstzaken van de Rabobank werk van hen aankocht.
Over de kunstenaars
De Bredase kunstenaars Martin Riebeek (1957) en Inge Riebeek (1964) studeerden beiden aan AKV|St. Joost in Breda.
Lees ook:
Review over het boek The Essential:
コメント