Aan het woord: Toos Nijssen
Beeldend kunstenaar Toos Nijssen maakte in 2004 een videoportret van Harry Pennings. Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van Galerie Pennings werd dit onlangs een maandlang (in april 2019) geprojecteerd op een wand in Pennings Foundation.
Toos Nijssen (1961) maakte in 1993 kennis met Harry Pennings. Er had een artikeltje in het Eindhovens Dagblad (11 mei 1993) gestaan van Paul Kokke over een presentatie die zij had gemaakt in haar (toenmalige) atelier in een oud boerderijtje, aan de Rielsedijk tussen Eindhoven en Geldrop. Dat moet Harry gezien hebben. “Er kwam een grote auto voorrijden, er stapte iemand uit en hij liep zo maar naar binnen. Dat was Harry Pennings. Ik was niet eens open die dag. Hij was meteen enthousiast over de presentatie en wees naar kunstwerken die hij wilde kopen. “Dit wil ik hebben … en dat …”. Hij koos enkele zelfportretten in zelfgemaakte lijstjes. Het contact is gebleven.”
In 1995 exposeerde Toos Nijssen in de galerie, toen nog in de meubelzaak.
“Het was een onconventionele expositie, een installatie met foto’s in bakjes aan de muur en op de grond.” Bij deze expositie verscheen portfolio nummer 9 in de serie portfolio’s van de galerie (zie blog 3).
In 1994 had Hans Zoete haar uitgenodigd voor een expositie in De Witte Dame tijdens Foto Manifestatie Eindhoven, een fotofestival waarvoor zowel Hans Zoete als Harry Pennings in de organisatie zaten.
“Ik was geen fotograaf pur sang. Ik maakte installaties waar fotografie en later video deel van uitmaakte. Ik voelde me een vreemde eend in de bijt en ik voelde me niet altijd begrepen of thuis in deze galerie.” Toos Nijssen volgde haar opleiding aan de Academie voor Beeldende Vorming te Tilburg. Naast installaties met fotografie en video tekent ze ook.
“Mijn relatie met Harry was wisselend. Hij probeerde mij te stimuleren door adviezen te geven. En stelde zich op als een vaderfiguur. Hij zei dan “Je zou dit moeten doen en je zou dat moeten doen.” Maar ik laat me niet in een richting duwen. Ik nam dan ook regelmatig afstand en liet me een tijd niet zien in de galerie. Ik wilde me niet conformeren aan één galerie of aan één persoon. Hij bleef loyaal, maar liet wel merken dat hij het niet prettig vond als je zijn adviezen niet opvolgde. Toch waardeerde Harry mijn werk. Hij vond installaties en videowerk interessant. En dat heb ik zijn galerie kunnen tonen.”
In 2005 exposeerde Toos Nijssen nogmaals in de galerie, maar nu op de eerste etage. In deze expositie toonde ze een aantal videoportretten.
In 1995 begon Nijssen met haar videoportretten. In enkelen jaren tijd heeft ze er meer dan 1000 gemaakt. Voor dit project gebruikte ze een mobiele studio met witte, zijden doeken. Telkens vroeg ze één persoon, zowel kinderen als volwassenen, plaats te nemen voor de camera. De opnamen zijn van wisselende lengte. Het videoportret van Harry Pennings duurt maar liefst een uur. Je ziet de mimiek veranderen. “Op een gegeven moment valt het masker af en toont de persoon zijn of haar ware gezicht. Ieder portret roept iets op. In ieder portret herken ik iets van de ander in mijzelf. Daardoor zijn het eigenlijk ook een soort zelfportretten.” Die herkenning, het reflecteren, geldt natuurlijk ook voor de kijker.
In een interview in het ED met Angelique Spaninks (april 2000) zegt Nijssen hierover: “Confrontaties, daarom gaat het. Zowel van de modellen met zichzelf en met de camera, als van de kijkers met de hen vaak onbekende modellen en hun gelaatsuitdrukkingen.”
“Nu plaats ik elke dag een tekening op facebook. De tekeningen gaan over persoonlijke belevenissen van die dag en daarmee zijn het een soort zelfportretten.”
留言